Kijk!

Kijk!

Doe je ogen open!

Nee niet zo-o

Echt kijken!

Zie je het nu eindelijk?

Nou?

Zie je het echt?

En?

Begrijp je het ook?

Echt waar?

Neem me dan!

Neem me zoals ik ben!

Echt waar

Heb je het gezien

Twee dagen geleden

Midden op de straat

Zomaar plat gereden

Het lag nog te dampen

Het was van een paard

Viel naar beneden

Zo vanonder zijn staart

Het waren mooie bollen

Donker bruin gekleurd

Echt waar pal voor mijn ogen

Is het zo gebeurd

Gekleurd

De criticaster overboord gegooid

nadat het werkstuk is voltooid

Het wangedrocht alsnog ontplooid

en tegen de wind in uitgestrooid

Tekens en noten zijn verweven

Laten uitvoeren dat is mijn streven

Zo komt het stuk alsnog tot leven

En kan ik mij huiswaarts begeven

Zoiets is in een mum gebeurd

en niemand die daarover treurt

of zie ik dat nu weer gekleurd

Trompetgeschal en slaande trom

Ook al vind u dat vrij stom

ik kijk niet een keer achterom

Dat is de zin

De zon maakt plaats

Aanstormend geweld

is zwart en donker

Geen schijn op kans

Lichten gaan aan

verdrijven de waan

Een druppel verschijnt

Hangt aan de neus

Heb ik nog keus

’t Is het begin

Wind wakkert aan

Hoe verder gaan

Open het dek

Die ene plek

Dat is de zin

De gladiool

De bol van het bestaan

‘Ik zal je missen’

want ook jij kan snel vergaan

net zoals de rozen en de lissen

De harde gladiator wint

en wordt ermee bedolven

De roze zwaardlelie bemind

heeft een nieuwe klant verworven

Met het snot voor de ogen

op twee wielen door de bocht

daar ligt zijn vermogen

‘De ware liefde’ opgezocht

Geen woord heb ik gelogen

en je aan die zool verkocht

Bijzond're dag

Geboren zonder tand

Vijf vingers aan een hand

Dat cijfer op de hoed

Een kind met Haven-bloed

Van IJsbeer en een Bus

Alvast een dikke kus

Hang uit die mooie vlag

Op deze bijzond’re dag

Een dag per jaar

Stille aanbidder

of is het meer

in absolute stilte

voor de aanbidder

Verzegelde lippen

rood en hartvormig

een monter pareltje

getuit om te zoenen

Het hart klopt

slaat een keer over

bij het aroma van

fluweelzacht haar

In volle aanbidding

een dag per jaar

al fladderend uit

de cocon kruipen

Is dat het waard?

Erachter

nieuwsgierig

paait de mens

de ander

in gedachten

wat blijft er

ongezien

op het doek

erachter

verstilde

glimlach op

haar gelaat

te verwachten

het palet

vol kleuren

de ogen

erachter

tekenend

voor jezelf

om de pijn

te verzachten

Toverstokje

O was ik maar

een toverstokje

dan veranderde ik

met een handgebaar

iedere dreuzel

in een snul of fee

Zie mij als snul

bekijk me goed

ik ben jouw dreuzel

hoor niet in een hokje

want in mijn bloed

huist iets van de ijsbeer

Een winterse morgen

De vogels zoeken in de tuin

steeds dichter bij ons huis

naar zaadjes en ander voer

de pindaketting komt eraan

De appel aangevreten

schommelt aan de pergola

sneeuwvlokken dwarrelen

en vormen een zachte laag

De bonte poes sluipt rond

heeft dikke pech vandaag

geen vogel scharrelt er

op besneeuwde tuinaarde

De merel durft het aan

heeft goed uitgekeken

het poezenbeest is naar

de buren uitgeweken

De duif schudt zich uit

hoog in de notenboom

de ekster krast brutaal

en heeft al vroeg ontbeten